web analytics
Dierenarts? Als zelfstandig ondernemer of samenwerken in een keten?

Dierenarts? Als zelfstandig ondernemer of samenwerken in een keten?

DIERENARTS? ALS ZELFSTANDIG ONDERNEMER OF IN EEN KETEN?  I  Mei 2022

Zelfstandig ondernemer met een eigen kliniek of samenwerken in een keten? Wat zijn de trends en hoe ziet de toekomst van veterinair Nederland eruit? Dit is een van de onderwerpen tijdens het Hippisch Netwerkevent 2022

Sectorspecialisten Thera Evers, Arjan Wijnands en Nancy Jonkman-Koenis hebben de trends en ontwikkelingen rondom ketenvorming in veterinair Nederland onderzocht en gepubliceerd op de website van de ABN AMRO. Interessante informatie om alvast met jullie te delen.

Ketenvorming zet zich de komende jaren verder door, de ketens richten zich voornamelijk op praktijken voor gezelschapsdieren, maar ook een groeiende belangstelling voor gemengde en landbouwhuisdierenpraktijken is zichtbaar.

Nederland telt volgens het CBS ruim 2.400 dierenartspraktijken, de grootste categorie zijn de huisdierenpraktijken (> 60%), gevolgd door de gemengde praktijk (>20%) en de paardenklinieken (>5%). Op dit moment is naar schatting ongeveer 20% tot 25% van de dierenartspraktijken onderdeel van een keten. De belangrijkste ketens zijn AniCura (met ca. 103 dierenklinieken en ziekenhuizen) en Evidensia (307 dierenklinieken en ziekenhuizen). Net zoals in de dentale sector zoeken grote (internationale) investeerders ook in de veterinaire sector naar investeringsmogelijkheden. 

De belangrijkste redenen dat dierenartsen zich aan sluiten bij een formule of keten zijn:

  • vanwege leeftijd / pensionering en geen opvolging;
  • concurrentiedruk en betere continuïteit van de praktijk;
  • financiële overwegingen;
  • scherper inkopen, kostenbesparing; 
  • feminisering van de veterinaire branche; 
  • jonge dierenartsen ambiëren minder vaak het praktijkeigenaarschap

1. Dierenwelzijn en diergezondheid

Volgens jaarlijks onderzoek van Divebo en de NVG heeft 48% van de huishoudens een huisdier; 3,8 miljoen huishoudens in Nederland houden ongeveer 27,3 miljoen gezelschapsdieren (2019). Honden en katten hebben de overhand: 23% van de huishoudens heeft een kat; 18% heeft een hond. Aquariumvissen staan met 7% nog altijd in de top 3 van meest gehouden dieren. Door de Covid pandemie hebben mensen massaal een hond of een kat aangeschaft en is de omzet van de meeste dierenartspraktijken gestegen. De jaarlijkse kosten bedragen, volgens het Nibud, gemiddeld EUR 160 voor een hond en EUR 140 voor een kat.

De markt vraagt om transparantie en informatie over diergezondheid en voedselveiligheid, dit wordt een steeds belangrijk onderwerp in de veterinaire branche. Huisdieren krijgen steeds betere zorg, de consumentenuitgaven aan huisdieren nemen toe door de beleving dat ‘een huisdier bijna net zo dierbaar is als een kind’. De uitgaven voor diergeneesmiddelen is gestegen van 250 miljoen euro in 2010 naar 340 miljoen euro in 2017. Dierenartsen merken ook een tweedeling tussen mensen die tot het uiterste willen en kunnen gaan en mensen die zich beperken tot de basale zorg voor hun huisdier. Dit is ook terug te zien in het aantal huisdierenverzekeringen. In Nederland is 4% van de honden en katten verzekerd, dit aantal groeit.

Dierenartsen vervullen een belangrijke rol in het maatschappelijke verkeer op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. Samen met diverse overheidsinstanties draagt de dierenarts tevens bij aan vergroting van de voedselveiligheid en de bewaking van de volksgezondheid. Een begrip als duurzaamheid speelt in dit verband een belangrijke rol. Het is uiteindelijk veel breder dan dit: het gaat in essentie om het samenleven van mens en dier in een natuurvriendelijke omgeving.

 

2. Gebruik antibiotica in de diergeneeskunde

Het gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde staat zwaar ter discussie. De enorme toename van (multi)resistentie bij bacteriën tegen antibiotica, zowel bij dieren als mens, is toe te schrijven aan het onjuist en in het verleden overvloedig gebruik van deze middelen. Er is in 2009 een werkgroep geformeerd om nieuwe richtlijnen op te stellen voor het gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde. Door de hieruit voortvloeiende wetgeving is het antibioticumgebruik flink gedaald met een reductie van 69% en dat is veiliger voor de diergezondheid en de volksgezondheid. Het doel is zorgen dat mens en dier in de toekomst nog behandeld kunnen worden met antibiotica. De grootste uitdaging voor de komende jaren is verdere reductie van het antibioticagebruik in sectoren met een hoog gebruik (kalversector) en op hoog gebruikende bedrijven.

 

3. Veranderende rol dierenarts

De afgelopen jaren hebben in de veterinaire branche verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden die van invloed zijn op de rol en positie van de dierenarts. De focus van de werkzaamheden is o.a. gewijzigd van curatieve behandelingen naar preventieve behandelingen. Daarnaast is de complexiteit van het veterinaire werk toegenomen en zijn de werkzaamheden veranderd, dit komt o.a. door het reduceren van het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren en dreiging van het uitbreken van bijv. Q-koorts en varkenspest.

De dierenartsen en paraveterinairs (dierenartsassistenten) staan nu ook op de lijst van cruciale beroepen, tijdens de Covid pandemie is dit bewerkstelligd. Landbouwhuisdierenartsen werden direct al gezien als cruciaal beroep, sinds eind december 2021 staan alle dierenartsen en paraveterinairs op deze lijst.

 

4. Toenemende concurrentie

Er is sprake van toenemende concurrentie en een differentiërende markt. Consumenten gebruiken het internet steeds vaker om de dierenarts te beoordelen. Bovendien is de ‘mobiele dierenarts’ in opkomst: een dierenarts die zonder praktijkruimte op afroep bij de consument thuiskomt.

Ook zijn er aanverwante bedrijven actief die naast hun bestaande concept veterinaire diensten aanbieden en alles op het gebied van dier en tuin verkopen (bijv. Ranzijn). Zij onderscheiden zich door lage tarieven, gratis parkeerfaciliteiten en ruime openingstijden.

De dierenarts ondervindt bij de verstrekking van diergeneesmiddelen steeds vaker concurrentie van de vrije handel, postorderbedrijven, veterinaire internetapotheken en autobaandierenartsen.

 

5. Online productverkoop (voeding en medicatie)

Traditioneel werden altijd veel producten door klanten bij hun dierenarts gekocht. Dit betrof de zogenaamde ‘over the counter’-verkoop. Steeds meer producten worden echter online verkocht waardoor de productomzet van dierenartspraktijken afneemt. De concurrentie versterkt zich door de rechtstreekse verkoop van diergeneesmiddelen en voeding via internet. Vooral de levering van diergeneesmiddelen is een substantieel deel van de omzet en de winst van dierenartsondernemers.

Dat is dan ook de reden waarom dierenartsen met ondersteuning van para veterinaire medewerkers veel preventieve werkzaamheden verrichten om het hieruit voortvloeiende nadelige financiële effect te kunnen compenseren. Daarnaast zijn de dierspeciaalzaken zich verder gaan toeleggen/specialiseren in het verkopen van voeding. Zowel dierenartsen als dierenspeciaalzaken kunnen elkaar versterken door het aanbod van diergeneeskunde en voedingsadvies te combineren. Daardoor ontstaan er constructieve samenwerkingsverbanden tussen beide partijen.

Bron: www.abnamro.nl  I  Mei 2022
———

Benieuwd naar de tips van onze gastsprekers tijdens het Hippisch Netwerkevent? Misschien heb je als ondernemer vragen omtrent dit onderwerp? Bestel een ticket voor het Hippisch Netwerkevent 2022 en stel je vragen aan onze vakkundige gastsprekers .

Ben je hippisch ondernemer? En ben je op zoek naar kennis, inspiratie of nieuwe samenwerkingen?

Wil je dat jouw bedrijf zichtbaar word in onze bedrijvengids zodat nog meer paardenliefhebbers jouw producten en diensten kunnen ontdekken?

Meld je dan nu aan bij ons netwerk
of vraag meer informatie via onze contactpagina.