Vrijwel elke paardensporter kan vrij eenvoudig de inschatting maken of zijn paard te mager is. Hoe zit dat eigenlijk met factoren die je niet onmiddellijk waarneemt, zoals pijn en stress? Astrid Hoppenbrouwers, van revalidatie- en blessurepreventiecentrum Horses in Hands, legt het uit.
Er bestaan verschillende signalen waarmee een paard aangeeft pijn te hebben. Astrid legt uit: “Een paard dat veelvuldig gaapt, wordt geregeld in verband gebracht met een maagzweer. Dat verband kan zeker kloppen, maar gapen kan ook een uiting van pijn, met een oorzaak elders in het lichaam, zijn. Paarden laten ook subtiele signalen zien waarvan wetenschappelijk is bewezen dat het een uiting is van pijn of ongemak: de oren naar achteren, de ogen half gesloten, de neus opgetrokken (waardoor de neusgaten smaller worden) en mondhoeken die naar beneden getrokken zijn. Deze signalen moeten wel in combinatie met elkaar voorkomen om er die betekenis van pijn aan te kunnen hangen. Een paard dat in het zonnetje staat te soezen en daarom zijn ogen half sluit, heeft uiteraard niet als vanzelfsprekend pijn”, vertelt de revalidatie-expert.
Naast de signalen die vanaf de grond waarneembaar zijn, kun je ook uit het gedrag in het werk opmaken of een paard pijn ervaart. “Veelvuldig staartzwiepen, niet door willen lopen, staken, steigeren of bokken spreken voor zich. Een open mond wordt vaak als een rijtechnisch probleem gezien, maar ook dat kan een teken aan de wand zijn. Veel ruiters zoeken dan een ander bit, terwijl het probleem ergens anders zit.”
Een prooidier verhult pijn
“Een paard is van nature een prooidier en dat maakt dat hij instinctief is geprogrammeerd om pijn te verhullen. Een prooidier leeft in een kudde en moet te allen tijde in staat zijn om te vluchten als er gevaar dreigt. Het meest zwakke individu is de makkelijkste prooi en daarom doet elk prooidier zijn best om zo lang mogelijk in de groep te functioneren. Tegen de tijd dat een paard kreupelheid laat zien, heeft het vaak al langere tijd pijn gehad. Een paard kan lang compenseren, maar op een gegeven moment raken de compensatiemogelijkheden uitgeput”, verklaart Astrid.
Stug of traag paard
Het verschilt per kreupelheid hoe lang het duurt voordat een paard kreupelheid laat zien. “Er bestaan natuurlijk acute kreupelheden, die door trauma van de één op de andere dag ontstaan. In onze praktijk zien we meer de kreupelheden die al langere tijd spelen. Bij tussenpeesblessures aan de achterbenen kan het bijvoorbeeld zo zijn dat die paarden voor een ongetraind oog nauwelijks kreupel lijken. Volgens de eigenaren is er echter vaak al wel langere tijd sprake van moeizaam gedrag. Net niet voorwaarts willen, een keer te vaak bokken. Die paarden worden vaak als stug of traag bestempeld, maar in werkelijkheid speelt er vaak al jarenlang een sluimerende kreupelheid.”
Asymmetrie is een ander teken aan de wand. “Die ongelijkheid herken je bijvoorbeeld omdat een zadel moeilijk passend te krijgen is, zelfs al laat je herhaaldelijk een goede zadelmaker langskomen die je zadel helemaal op maat maakt. Dat komt omdat de rug niet symmetrisch functioneert. Ongelijkheid in de aanleuning kan ook een gevolg zijn van pijn of ongemak. In deze gevallen hoef je niet direct naar de dierenarts, maar de stelregel is: als het door training niet verbetert of zelfs slechter wordt, raadpleeg dan eens een dierenarts. Zeker als er sprake is van eerder genoemde signalen of gedrag.”
Pijn versus dominantie
Hoe zie je het verschil tussen een paard met pijn en een paard met een sterke eigen mening? “Het grote verschil is dat een paard met pijn stelselmatig bovengenoemde signalen of gedrag laat zien. Een fris of temperamentvol paard kan best een keer een flinke bok geven, op prikkels uit de omgeving of op hulpen van de ruiter, maar verder de gevraagde arbeid naar behoren uitvoeren. Met zo’n paard is uiteraard niets mis. Het is de kunst om de subtiele signalen in de gezichtsuitdrukking te kunnen waarnemen en deze in verband te brengen met moeizaam gedrag als niet voorwaarts zijn, agressief gedrag bij poetsen of aansingelen, vaak bokken of steigeren, of bijvoorbeeld vaak een open mond tijdens het rijden. Denk je regelmatig vertwijfeld: ‘waarom doet mijn paard het nou niet gewoon?’, dan kan een veterinair onderzoek wellicht uitwijzen dat er sprake is van een onderliggend fysiek probleem.”
Stress is niet negatief
Pijn levert stress op en hoewel het begrip stress vaak een wat negatieve connotatie heeft, is Astrid van mening dat de fysiologie van het paard is afgestemd op het kunnen omgaan met stress. “Een prooidier zit zo in elkaar dat er af en toe gerend moet worden voor een hyena. Die stress is niet per se negatief. Een paard kan heel goed omgaan met acute stress: hun hele fysiologie is ingesteld op vluchten. Daar is geen warming-up voor nodig. En na de vluchtreactie keert de rust ook net zo snel weer terug. In de veilige omgeving waarin onze paarden worden gehuisvest en getraind, bestaat er niet zoveel acute stress. Het past echter wel bij het wezen paard om de energie die het in huis heeft om te kunnen vluchten, aan te spreken. Om tegemoet te komen aan de fysiologische behoeftes zullen we het paard dus moeten trainen. Arbeid is de vervanging van de vluchtreacties. Verkeerd trainen is niet goed, maar te weinig trainen is dat zeker ook niet.”
Chronische stress
“Chronische stress is uiteraard wel schadelijk, maar dat geldt voor elk organisme. Chronische stress ontstaat als er niet tegemoet wordt gekomen aan natuurlijke behoeftes. Gebrek aan sociaal contact, te weinig vrije beweging, te weinig ruwvoer, te kleine boxen die de REM-slaap verhinderen omdat een paard niet gestrekt kan liggen, overbelasting in de training en niet passend harnachement zijn allemaal stressfactoren die fysieke klachten kunnen veroorzaken. Chronische stress kan daardoor ook een factor van betekenis zijn in het ontstaan van blessures en die blessures willen we juist zo graag voorkomen”, besluit de ondernemer achter revalidatiecentrum Horses in Hands.
Horses in Hands
Horses in Hands richt zich met name op het gezond houden van sportpaarden en het revalideren van geblesseerde sportpaarden. In het revalidatiecentrum bundelen dierenartsen, zadelmakers, fysiotherapeuten, osteopaten, sportmasseurs, hoefsmeden, instructeurs, gedragstrainers en andere deskundigen hun kennis en kunde om het revaliderende sportpaard zo goed mogelijk te ondersteunen in het herstel. Horses in Hands biedt de mogelijkheid om sportpaarden met behulp van aquatraining, in combinatie met training aan de hand, aan de longe of onder het zadel te laten herstellen van een blessure. Voor meer informatie, bezoek deze website: www.horsesinhands.nl
Bron: Dressuurmagazine